In mijn leven zitten net zoveel butsen en deuken als op mijn gezicht. Mijn neus alleen al is op zevenentwintig plaatsen gebroken. Een drieëntwintig tal breuken heb ik bij het boksen opgelopen en vier via mijn vader.
Drie dromen hebben me overeind gehouden: me weg laten sturen van de justitie. De inrichting waarin ik was geplaatst – topprestatie, tot nog toe door niemand geleverd – bendeleider worden en mijn vader vermoorden. Mijn dromen gingen in vervulling , behalve de laatste dan, al was het op een haar na.
Al die jaren hield wraakzucht mij op de been. In de gevangenis van mijn haat werd ik opgezocht door mensen in wie de Liefde huisde en die ervoor gezorgd hebben dat ik in mijn hart op de knieën ging.
Ik, zoon van een alcoholist, een verstoten kind, ik heb het noodlot de nek omgedraaid. Ik heb de wetten van de genetica in het ongelijk gesteld. Daar ben ik trots op. De mensen is vrij en kan aan zijn leven een volledig andere wending geven, ten kwade of ten goede.
Vanaf 14 jaar.
Tim Guénard