Nogal wat jongeren verdwijnen uit de kerk en hun ouders vragen zich af wat zij verkeerd hebben gedaan. Kunnen ze nog met hun volwassen kinderen spreken over hun geloof? Er is een enorm aanbod van gedachten, opvattingen, leefstijlen en muziekculturen. Datzelfde geldt voor geloof en levensoriëntatie. De vanzelfsprekendheid om het spoor van de ouders te volgen is weggesijpeld.
In dit boek verkennen Margriet van der Kooi, theologe, en Wim ter Horst, pedagoog, valkuilen en kansen voor (groot)ouders, elk vanuit hun eigen invalshoek. Wim ter Horst bespreekt de verschillende levensfasen van kinderen van nul t/m de tienertijd, legt uit hoe kinderen op hun geloofsweg geholpen kunnen worden, en hoe ouders daarbij van dienst kunnen zijn. Hij onderstreept het belang van liefhebben en van het altijd openhouden van het contact. Margriet van der Kooi verkent thema’s als loslaten, teleurstelling, vertrouwen, het eren van ouders en de noodzaak van het onderkennen en prijsgeven van gesneden beelden, en hoe de kerk ‘een rib’ is voor haar jongeren. Daarmee is dit boek een lees- en werkboek geworden, voor (groot) ouders én geloofsgemeenschappen. doelgroep: ouders, grootouders, geloofsgemeenschappen.
200 pagina’s