Een nieuw begin
Pasen is een feest van hoop en nieuw begin. Na veertig dagen van inkeer in bezinning wordt het Paasfeest groots gevierd. We staan stil bij de verrijzenis van Christus. In de evangelien lezen we over Jezus’ lijden en kruisdood. Maar drie dagen na zijn sterven gebeurt er iets wonderlijks: Jezus staat op uit de dood! Door de dood heen maakt hij voor ons een weg vrij naar nieuw leven. Deze hoop en vreugde is de kern van ons Paasfeest.
De Paaswake
Het grote Paasfeest begint in de Paaswake, in de nacht van Stille Zaterdag op Pasen. De Paaswake bestaat uit vier onderdelen: de lichtritus, de dienst van het woord, de viering van het doopsel en de eucharistieviering. De liturgische kleur bij deze wake is wit, de kleur van de verrijzenis.
De Paaswake is een belangrijke viering. Het is een van de oudste onderdelen van de christelijke Paasviering. Zoals Jezus zijn volgelingen aanspoort om wakker te blijven in Gethsemané, zo blijven christenen wakker tijdens de Paasnacht.
Door het aansteken van de paaskaars gedenken we dat de duisternis wordt verdreven door het licht van Christus. De Paaskaars wordt de donkere kerk in gedragen en iedereen ontsteekt zijn kaars aan de Paaskaars. In de Dienst van het Woord wordt gesproken over de bevrijding van het volk Israel uit Egypte en de bevrijding van de zonden door Christus’ dood en verrijzenis. Ook wordt het Gloria weer gezongen, waarbij de klokken luiden. De Paasnacht is ook de nacht dat mensen gedoopt worden. Gelovigen kunnen een nieuw leven in Christus beginnen. Alle gelovigen worden uitgenodigd om in deze viering hun eigen doopbeloften te hernieuwen. Na de doopviering volgt de plechtige vieren van de Eucharistie.
De Paastijd
Het Hoogfeest van Pasen duurt acht dagen. De Paastijd duurt vijftig dagen. Vijftig dagen na het Paschafeest (het feest van de uittocht uit Egypte) vierde Israel het Wekenfeest. Het was een vrolijk feest, men dankte God voor de tarweoogst. (Deut.16,9-12) Tijdens dit feest ontvingen de leerlingen van Jezus de Kracht van Gods Geest. Zo werd dit feest ons Pinksterfeest. (In het woord Pinksteren, in het Grieks Pentekoste zit ook weer het getal vijftig, de vijftigste dag na Pasen).
De tijd tussen Pasen en Pinksteren is eigenlijk een groot feest. In deze tijd klinkt weer de vreugdekreet die in zoveel talen hetzelfde is: Alleluia! Het is een tijd waarin wij vieren dat Jezus niet dood is, maar leeft en bij ons is, tot aan de voltooiing van de wereld!
Heel belangrijk in deze periode is het bijbelboek De Handelingen der Apostelen. Dit boek zou als ondertitel kunnen hebben: De Blijde Boodschap van Jezus Christus gaat de wereld door. Lucas vertelt hoe de jonge Kerk van Christus zich steeds verder uitbreidt, tegen de verdrukking in. De apostelen en vooral ook de nieuwe apostel Paulus, maken de opdracht waar die Christus aan zijn leerlingen heeft gegeven: “Jullie zullen Mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria en tot aan het uiteinde der aarde.”(Hand.1,8). Alle eerste lezingen in deze tijd zijn genomen uit deze Handelingen der Apostelen.