Het huwelijk bestaat al sinds de schepping, zoals de tekst hierboven vertelt. Voor gedoopte christenen is het huwelijk een sacrament. Het verbond tussen een man en een vrouw in het huwelijk is een beeld van het verbond van Jezus met de Kerk, zoals Paulus zegt: “Mannen, heb uw vrouw lief, zoals ook Christus de Kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd…”(zie Efeziers 5, 25 e.v.)
Jezus heeft zijn 12 Apostelen uitgekozen om Hem in de sacramenten op bijzondere wijze aanwezig te stellen. De Apostelen hebben hun ambt op hun beurt weer doorgegeven aan hun opvolgers (bisschoppen) en hun helpers (priesters en diakens). De wijding vindt plaats door handoplegging en gebed door de bisschop. Er zijn drie ‘graden’ van wijding: als eerste het diaconaat, als tweede graad het priesterschap en als derde graad het bisschopsambt. Priesters (en bisschoppen) stellen zich door de belofte van het celibaat geheel beschikbaar voor Jezus en de dienst aan de mensen.