A van Jozef van Arimatea
Jozef, afkomstig uit de Joodse stad Arimatea was lid van het Sanhedrin (de Hoge Raad). Hij was een welmenend en rechtschapen man, die dan ook niet had ingestemd met de plannen en handelwijze rond Jezus’ kruisiging. In het geheim, uit vrees voor de Joden, was hij zelfs leerling van Jezus. Hij moet welgesteld geweest zijn, want hij had voor zichzelf een graf laten uithouwen in de stenen. Na Jezus’ dood ging hij naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Na het van het kruis genomen te hebben wikkelde hij het in een lijkwade en legde Jezus in het graf dat voor hemzelf bestemd was en waarin nog nooit iemand was neergelegd. Drie dagen verbleef Jezus in dit graf om er met Pasen uit te verrijzen. Jozef van Arimatea zou in een vat het bloed van Jezus opgevangen hebben dat bewaard wordt in Genua. Volgens sommige legenden is dat vat de beroemde Heilige Graal uit de verhalen van Koning Arthur en zijn Ridders van de Ronde Tafel.
B van Barabas
De Romeinse landvoogd Pontius Pilatus moest Jezus berechten. Hij meende echter dat de beschuldigingen aan zijn adres niet voldoende waren om hem tot de kruisdood te veroordelen. In een poging een uitspraak te vermijden gaf hij het verzamelde volk de keus: of de opgebrachte Jezus vrij laten of de moordenaar Barabas. Het volk koos voor Barabas.
C van Chrismamis
De chrismamis wordt op Witte Donderdag – of zoals in Roermond op de vooravond daarvan – gevierd in de kathedralen van de bisdommen overal in de wereld. Tijdens deze viering wordt het chrisma, de heilige olie, door de bisschop gewijd. Het chrisma wordt aansluitend aan de viering verdeeld onder de aanwezige vertegenwoordigers van de diverse Limburgse parochies en daar in dat jaar gebruikt bij de bediening van de sacramenten als doopsel, vormsel en ziekenzegening. Ook wordt de olie gebruikt bij de toediening van het sacrament van het priesterschap en bij een eventuele bisschopswijding.
D van doornen
Jezus werd mede ook ter dood veroordeeld omdat Hij zich Koning der Joden had genoemd. De Romeinse soldaten grepen dat aan om Hem te bespotten. Ze hingen Hem een ‘koninklijke’ mantel om om, gaven Hem een rietstok als scepter en zetten Hem een kroon op gevlochten van doornen.
E van eieren
Eieren zijn van oudsher met Pasen verbonden als symbolen van de vruchtbaarheid omdat uit het ei nieuw leven voortkomt. Een oude gewoonte was dan ook het begraven van eieren om de akkers vruchtbaar te maken. Daaruit ontstond het zoeken naar eieren door de kinderen op Paasmorgen. Ook kregen armen eieren uitgereikt. Het ei werd door de eerste geloofsverkondigers ook gezien als zinnebeeld van de opstanding van Christus. Uit het ‘ei’ – het graf van Jezus – kwam nieuw leven. In vroeger tijd werden geschilderde eieren meegenomen naar de kerk om daar te worden gewijd.
F van Farizeeën
De Farizeeën vormden een Joodse partij in Palestina in het begin van onze jaartelling, ten tijde van Jezus dus. Aanhangers van deze partij wilden de Wet van Mozes zo nauwkeurig mogelijk in acht nemen. Zij geloofden in de verrijzenis van het lichaam en in een komende vergelding. En zij geloofden dat het lot van de mensen bepaald was. Ze leerden het bestaan van engelen en geesten en stonden open voor niet-joodse ideeën. Veel van hun opvattingen zijn te lezen in het Nieuwe Testament. Daarin is regelmatig sprake van conflicten.
De religieuze groepering speelt bij het proces en de dood van Jezus geen rol. Dat komt door hun reputatie van nederigheid en zachtmoedigheid, ook in rechtspraak. Jezus had veel discussies met Farizeeën. Volgens het Nieuwe Testament stellen niet alle Farizeeën zich vijandig op tegenover Jezus; sommigen hebben zelfs respect voor Hem. De apostel Paulus was van huis uit een Farizeeër.
Enkele Farizeeërs waarschuwen Jezus dat koning Herodes Hem wil doden. Farizeeën genieten veel steun van de bevolking en de meesten sluiten zich niet aan bij het beginnende christendom. Daardoor kan de beweging van Jezus weinig Joodse aanhangers werven, wat frustraties oproept bij de volgelingen van Jezus. De Farizeeën worden soms wel eens verward met de Sadduceeën, de werkelijke tegenstanders van Jezus, die de kleine bovenlaag van de Joodse bevolking vormen en nauw samenwerken met de Romeinen.
G van Goede Vrijdag
De vrijdag voor Pasen heet Goede Vrijdag. Het is de dag waarop Christus’ kruisdood wordt herdacht. Om drie uur ‘s middags wordt in veel kerken de kruisweg gebeden. Daarbij worden 14 of 15 taferelen herdacht die de kruisweg hebben uitgemaakt die Jezus moest gaan. Dat zijn: Jezus wordt ter dood veroordeeld / Jezus neemt het kruis op zijn schouders / Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis / Jezus ontmoet zijn Heilige Moeder / Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen / Veronica droogt het aangezicht van Jezus af / Jezus valt voor de tweede maal / Jezus troost de wenende vrouwen / Jezus valt voor de derde maal / Jezus wordt van zijn klederen beroofd / Jezus wordt aan het kruis genageld / Jezus sterft aan het kruis / Jezus wordt van het kruis afgenomen / Jezus wordt in het graf gelegd. In de avonduren vindt een liturgische plechtigheid plaats waarbij de kruisverering centraal staan.
Goede Vrijdag – en de daaropvolgende zaterdag tot aan de Paaswake – is de enige dag van het jaar waarop in de katholieke kerk geen eucharistie wordt gevierd. Bovendien is Goede Vrijdag voor katholieken een voorgeschreven vasten- en onthoudingsdag.
Goede Vrijdag is een droevige dag, maar wordt ‘goed’ genoemd, omdat door Christus’ dood iedere mens mag hopen dat hij van zijn zonden verlost kan worden en lijden en dood daarom niet zinloos zijn.
H van honderdman
De honderdman (centurion) was de leider van een groep Romeinse soldaten. Deze groep hield de wacht bij het kruis van Jezus. Nadat Jezus gestorven was, gaf hij aan tot geloof te zijn gekomen De soldaten boden Christus aan het kruis een bitter kruid aan, alsem genaamd, dat bedwelmend werkt om de pijn te verzachten. Maar Hij weigerde, om het lijden bij vol bewustzijn te kunnen ondergaan. Boven aan het kruis waarop Jezus stierf brachten de soldaten een spottend bedoeld naambordje aangebracht dat een afkorting liet zien: INRI. In het Latijn drukt dit uit: Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum. Vertaald wil dit zeggen: Jezus van Nazareth, Koning der Joden.
I van intocht
Op Palmzondag, zeven dagen voor Pasen en tevens het begin van de Goede Week, wordt de intocht van Jezus in Jeruzalem herdacht. Zittend op het veulen van een ezel trok Jezus de stad in en velen spreidden hun kleren uit op de weg. Anderen deden hetzelfde met twijgen, die ze op het veld gesneden hadden. Ze riepen uit: ‘Hosanna’. Ook nu nog worden takjes van palmbomen (in Nederland meestal van buxusstruiken) gezegend en uitgereikt om thuis achter de kruisbeelden te steken. De overtuiging is daarbij dat daarvan een beschermende werking uitgaat.
Kinderen maken vaak met allerlei symbolen versierde palmtakken en trekken er op verschillende plaatsen in Limburg mee door de straten. Deze ‘palmpasen’ (palmhöltje of palmebessem in het dialect) is een stok in kruisvorm, versierd met takjes, snoep, paaseitjes en bovenop een haan van brood. Deze stok is met veel symboliek omgeven en geeft de bijzondere momenten in de komende Goede week aan. De groene takjes verwijzen naar Christus’ intocht, het brood naar de instelling van de eucharistie op Witte Donderdag, het kruis naar het lijden en sterven van Jezus op Goede Vrijdag en het snoep en de overige versierselen naar de vreugde van het nieuwe leven dat Pasen brengt.
J van Judas
Judas Iskariot was een volgeling van Jezus. Hij was echter teleurgesteld in diens leer en leven en besloot Hem uit te leveren aan diegenen die Hem naar het leven stonden. Voor dertig zilverlingen verraadde Judas zijn Meester. Volgens de overlevering heeft Judas zich later verhangen.
K van klokken
Tijdens de liturgieviering van Witte Donderdag worden de kerkklokken voor het laatst geluid, om vervolgens pas weer te luiden in de feestelijke Paaswake op zaterdagavond. In het volksgeloof werd gezegd dat de klokken dan naar Rome waren vertrokken en met Pasen terugkeerden. Ondertussen zou de paus ze dan hebben gezegend en waren zij door een wonder gevuld met paaseieren.
L van Lumen Christi
De lichtceremonie is één van de onderdelen van de Paaswake, de rijke en een van de meest oorspronkelijke liturgievieringen van de christelijke traditie die wordt gevierd op de avond van Stille Zaterdag. Onderdeel van deze viering is de lichtceremonie. Buiten de kerk wordt een vuur aangelegd, waaraan de paaskaars wordt ontstoken. Deze wordt vervolgens de donkere kerk binnengedragen als symbool van het Licht dat Christus is. Dit Licht wordt aan de gelovigen gebracht, waarbij de kaarsdragende priester of diaken drie maal zingt: ‘Lumen Christi’ (= Licht van Christus).
M van Maria
Maria Magdalena en Maria de moeder van Jakobus en Jozef waren de eersten die bij het graf van de verrezen Christus aankwamen. Aan hen verscheen een engel om te zeggen dat Hij verrezen was. Maria, de moeder van Jezus, was daar niet bij. Zij was het wel die samen met Johannes bij de stervende Jezus onder het kruis stond en bij de kruisafname haar Zoon in de armen nam, voor Hij in het graf werd gelegd. Die voorstelling heet de ‘piëta’, waarvan de meest bekende in de Sint Pieter in Rome te zien is.
N van Nicea
Op het concilie van Nicea in 325 werd de ‘roerende’ (= wisselende) datum van het paasfeest definitief vastgesteld. Sindsdien geldt dat Pasen wordt gevierd op de zondag na de eerste volle maan van de lente. Dat het niet op een vaste dag op de gewone kalender valt, is een verwijzing naar de oorsprong, het Joodse Paasfeest, dat ook afhankelijk was en is van de volle maan. Hierdoor schuift Pasen heen en weer tussen 22 maart en 25 april en kan de datum van het feest dus 35 dagen verschillen. Wat betreft de tijdsbepaling is de afhankelijkheid van de maanfasen het enige punt van vergelijking met het Joodse Paasfeest of Pesach. Tijdens het concilie werd namelijk ook bepaald dat Pasen nooit meer met Pesach kan samenvallen. Het begin van Pesach valt immers óp volle maan, terwijl de christelijke paaszondag volgt ná volle maan. Die ontkoppeling onderstreepte dat het christendom zich had losgemaakt van het jodendom, waarin het christelijke paasfeest wel duidelijk haar wortels heeft.
O van olijven
In de hof van Olijven ging Jezus bidden aan de vooravond van zijn lijden en dood. Hij vroeg de Vader of het lijden niet aan Hem voorbij kon gaan, maar gaf zich toch volledig over aan Zijn wil. In deze Hof kwam Judas op hem af om hem te verraden.
P van Pasen
Pasen is het grootste feest van het liturgische jaar. Dat geldt zowel voor de Oosterse als voor de Westerse kerk. Met Pasen wordt gevierd dat Christus niet meer dood is maar leeft. Hij heeft de dood overwonnen. De Verrijzenis staat centraal in het christelijke geloof. De verrijzenis van Jezus is de hoogste waarheid van ons geloof in Christus.
Q van Quadragesima
De eerste zondag van de veertigdagentijd heet zondag Quadregesima, de veertigste dag voorafgaande aan het Paasfeest. Dat is dus de eerste zondag na carnaval.
R van rabbi
Rabbi is een Hebreeuws woord dat ‘Heer, meester’ betekent. Joodse leraars, de schriftgeleerden, werden zo aangesproken. In het Nieuwe Testament spreken ook de leerlingen van Jezus Hem zo aan. Een heel bekend voorbeeld is het moment dat Judas de Hof van Olijven betreedt en op Jezus afstapt met de woorden: Wees gegroet, rabbi’, waarna hij Hem kuste als teken voor de soldaten dat Hij degene was die gevangen genomen moesten worden. Een nevenvorm van dit woord is ‘rabboeni’. Zo wordt Jezus genoemd door Maria Magdalena, wanneer zij Hem na diens verrijzenis voor het eerst herkent bij het graf.
S van Simon Petrus
De apostel Petrus heette aanvankelijk Simon, maar werd door Jezus Petrus (= Griekse weergave van het Aramese Kefas dat rots betekent) genoemd. Hoewel hij bij het Laatste Avondmaal nog had bezworen bereid te zijn met Jezus te sterven, verloochende hij Hem nog diezelfde nacht voor de haan kraaide tot driemaal toe, precies zoals Jezus voorspeld had. Toch werd hij door Hem aangewezen als hoofd van de kerk. Hij leidde de christenen in Jeruzalem en werd de eerste paus van de katholieke kerk. Hij ligt begraven onder de Sint Pieter in Rome.
T van Triduüm
Het Heilig Paastriduüm (=driedaagse) is de periode die begint met de avondmis van Witte Donderdag en loopt tot en met de vespers van Paaszondag. Daarin worden het lijden, de dood en verrijzenis van Christus herdacht.
U van uittocht uit Egypte
Het Joodse paasfeest heet Pesach en gedenkt hoe de Israëlieten ooit slaven waren in Egypte, ingezet bij de bouw van piramides, en hoe zij uit die slavernij werden bevrijd. Het boek Exodus in het Oude Testament vertelt daarvan, spannend en kleurrijk. Hoe Mozes zich opwierp als de leider van de Israëlieten en hoe hij met Gods hulp slaagde in de uittocht uit Egypte, waarbij de Egyptenaren niet gespaard bleven van diverse plagen. De tiende plaag was dat alle eerstgeborenen zouden sterven, zowel bij mens als dier. En aan zijn volksgenoten droeg Mozes op om lammeren te slachten, één per huisgezin, en het bloed op de deurposten te smeren. Aan de met bloed gemerkte huizen van de Israëlieten ging de dood voorbij. Hals over kop werd de exodus ingezet. Het is die uittocht die jaarlijks met Pesach herdacht wordt bij de Joden, waarbij een lam wordt gedood, gebraden en gegeten. Het is deze exodus die ook elk jaar in de christelijke paaswake wordt verhaald. En een christelijke voorstelling die teruggaat op dit Joodse paasfeest is de afbeelding van Christus als een lam, als het paaslam dat gestorven is voor de verlossing van de mensheid.
V van voetwassing
In de liturgie van Witte Donderdag wast de priester een aantal (meestal twaalf) aanwezigen de voeten. Dit gebruik wordt nog in een aantal Limburgse kerken op Witte Donderdag in ere gehouden. Deze voetwassing grijpt terug op het evangelieverhaal dat Jezus zijn apostelen de voeten wast om te laten zien dat hij niet gekomen was niet om gediend te worden maar om te dienen.
W van Witte Donderdag
Witte Donderdag is de donderdag voor Pasen. Herdacht wordt het Laatste Avondmaal, dat Jezus aan de vooravond van zijn kruisdood met zijn leerlingen heeft gevierd. Tijdens het Laatste Avondmaal heeft Jezus de Eucharistie en het priesterschap ingesteld. Tijdens de eucharistie worden door de priester tijdens de consecratie brood en wijn veranderd in het Lichaam en Bloed van Christus. ‘Blijft dit doen om Mij te gedenken’, zei Jezus tot zijn apostelen bij het Laatste Avondmaal.
X van X
De Griekse hoofdletter chi is de meest eenvoudige afkorting van de naam van Christus. Deze letter en de letter rho (P), de eerste letters van Christus vormen in elkaar geschoven het christusmonogram. Net als een tekening van een vis (= ictus) was dit monogram in de eerste eeuwen na Jezus’ dood – uit angst zelf ook vervolgd te worden – een geliefde uiting van ‘geheimtaal’ onder christenen ten teken dat iemand christen was.
Z van Zaterdag
De zaterdag voor Pasen heet Stille Zaterdag of ook wel Paaszaterdag. Het is de dag die voorafgaat aan de verrijzenis van Jezus en daags na zijn sterven. De Kerk herdenkt dan Jezus’ verblijf in het graf. Het is een dag van stilte en bezinning.
(Met toestemming overgenomen van www.bisdom-roermond.nl)