Digitale nieuwsbrief
Wil je regelmatig onze digitale nieuwsbrief in je mailbox ontvangen? Meld je hieronder gratis aan en blijf op de hoogte!
afbeelding |
werkje |
werkje |
4 oktober: Franciscus van Assisi (1181-1226)
“Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Koninkrijk der hemelen.” (Matteüs 5,3)
Vandaag vieren veel mensen dierendag. Dat heeft alles te maken met de Heilige Franciscus want hij heeft een voorliefde voor dieren en sommige verhalen vertellen dat hij kan praten met de vogels en de vissen! Soms heeft hij zelfs ook voor hen gepreekt. De wolf van Gubbio die de stad bedreigt door steeds hun dieren en zelfs mensen op te eten, spreekt hij streng toe. Franciscus zorgt dat de mensen de wolf dagelijks te eten zullen geven en dan zal de wolf hen niet meer lastigvallen.
Franciscus brengt zijn jeugd door in Assisi in een rijke familie waar niets hem ontbreekt. Hij kan alles krijgen wat hij wil en geniet van feesten. Veel tijd en interesse voor studie heeft hij niet. Als hij 20 jaar is, wil hij als soldaat gaan meevechten in de oorlog tussen Perugia en Assisi. Heel ver komt hij niet want hij wordt gevangengenomen. Na een jaar in de gevangenis, komt hij thuis en wordt ernstig ziek. Zo langzamerhand gaat hij wat dieper nadenken wat hij verder met zijn leven wil.
Op weg naar een nieuwe opdracht als soldaat krijgt hij een droom. Het is alsof de Heer hem vraagt wie hij wil dienen, de Meester of de dienaar. Een ontmoeting met een melaatse aan de kant van de weg, brengt de innerlijke ommekeer. Hij stapt af van zijn paard en overwint zijn walging van de stank en het aanzien van de melaatse bedelaar. Franciscus omhelst hem. Dat vervult hem van een diepe vreugde en hij weet: dit is de weg die ik wil gaan.
Een vers uit het evangelie “Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel…” (Lucas 10,4) leidt hem verder. Hij wil ‘trouwen’ met Vrouwe armoede en zijn leven radicaal aan God geven. In hem groeit het verlangen al zijn bezittingen te verkopen om zo de parel te vinden waar het Evangelie over spreekt. Hij brengt meer tijd in gebed door en op een dag is hij in het kleine oude, vervallen kerkje van San Damiano. Hij kijkt naar Jezus op het kruis en hoort Hem zeggen: Franciscus, ga en herstel mijn Kerk die in verval is. Franciscus neemt dit letterlijk en gaat aan de slag om het kleine kerkje weer op te bouwen. Later begrijpt hij dat Jezus (ook) de Kerk zelf bedoeld heeft.
Franciscus trekt zich vaak terug in gebed en doet afstand van al zijn rijkdommen. Zijn vader begrijpt hem niet, mishandelt hem en houdt hem (op 25-jarige leeftijd!) in huis gevangen. Uiteindelijk onterft hij zijn zoon. Dit voert Franciscus letterlijk uit en hij geeft al zijn kleren terug aan zijn vader. Voortaan loopt hij rond in armzalige lompen en bedelt hij zijn eten bij elkaar. Hij wil totaal voor God en in zijn dienst leven. Hij trekt rond, zorgt voor armen en zieken en herstelt ook het kleine kerkje Portiuncula.
Deze radicale armoede uit liefde voor God trekt verschillende andere mannen aan. Na verloop van tijd krijgt Franciscus volgelingen. Hij stelt een regel op voor zijn ‘Minderbroeders Franciscanen’ en in 1209 gaat hij daarmee naar paus Innocentius III in Rome. De paus reageert eerst afwijzend op deze nieuwe orde met de armzalige broeders. Maar dan krijgt de paus ’s nachts een droom waarin hij de Moederkerk Sint Jan van Lateranen ziet wankelen en bijna omvallen. Plotseling verschijnt er een kleine man die zijn schouders eronder zet en voorkomt dat de kerk omvalt. De volgende dag laat de paus Franciscus nogmaals bij hem komen en nadat hij nog nauwkeuriger naar hem heeft geluisterd, is hij geraakt door diens eenvoud, nederigheid en grote liefde voor God. Iemand die wil leven volgens de radicale eisen van het evangelie, kan hij toch niet tegenhouden!
Franciscus en zijn volgelingen kleden zich in een bruine pij en dragen sandalen. Hun eten bedelen ze bij elkaar en ze trekken rond in Italië om de liefde van God te verkondigen. Franciscus is de eerste die een levende kerststal bedenkt om mensen bewuster het mysterie van Gods menswording te laten ervaren. Twee jaar voor zijn dood wordt Franciscus ernstig ziek en hij ontvangt ook de stigmata (wonden van Jezus’ kruisdood). Hij schreef dit gebed, het beroemde Zonnelied, aan het einde van zijn leven toen hij zwaar ziek lag in San Damiano:
Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen…
Wees geprezen, mijn Heer met al uw schepselen,
vooral door mijn heer broeder zon,
die de dag is en door wie Gij ons verlicht…
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind…
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water…
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend mens kan ontvluchten… (ingekorte versie)
Franciscus sterft als hij pas 44 jaar is. Al twee jaar na zijn dood wordt hij heilig verklaard.
God,
Gij hebt de heilige Franciscus door zijn armoede en nederigheid doen gelijken op uw Zoon.
Laat ons dezelfde weg gaan om Christus te volgen en,
in blijmoedige liefde, met U verenigd te worden.
Kijk hier naar een (korte) geanimeerde (Engelse) kindertekenfilm over de H Franciscus en de dieren.
Kijk hier naar een (Engelse) tekenfilm van My Catholic Family over de H.Franciscus (van EWTN).
Kijk hier naar een documentaire over de H.Franciscus.
Kijk hier naar informatie over de Franciscanen in Nederland.